top of page

Cliëntgedreven werken

 

De bewoner ervaart de ruimte om zijn eigen leven te leven. Dankzij begeleiding en ondersteuning kan hij ondanks zijn soms vele beperkingen in zijn eigen kracht blijven staan. 

Het eigen leven

De bewoner geeft zijn leven vorm, op elk moment. Hij ervaart dat er ruimte is om zijn eigen weg te gaan, dat hij dingen kan nastreven, dat hij zichzelf kan zijn. Hij voelt zich in zijn eigenheid gerespecteerd én gehoord in wat hem bezig houdt. Het leidt tot een ‘sense of self’ (Mallentjer, 2018a). Daardoor kan hij in zijn kracht staan, een eigen plaats verwerven binnen de gemeenschap van het woonzorgcentrum en er op een geëigende manier iets voor betekenen. Ook al ziet zijn leven er nu helemaal anders uit dan vroeger, toch ervaart hij continuïteit omdat datgene wat voor hem echt van tel is zijn plek gekregen heeft. Hij heeft zijn levensstijl, met onderliggend waardenpatroon, kunnen vertalen naar de nieuwe situatie. Is dit niet het geval, dan overwegen gevoelens van vervreemding en zinloosheid.

Hetzelfde geldt voor zijn naasten: Ook al hebben hun bezoek en de relatie met de bewoner een nieuwe vorm gekregen, toch ervaren ze vooral continuïteit. Het voelt ‘eigen’. Bewoner en naasten ervaren tevens de ruimte om hun eigen weg te blijven gaan en nieuwe vormen te vinden wanneer de mogelijkheden en de leefwereld van de bewoner kleiner worden.

Dat bewoners en hun familie in hun kracht staan en een eigen leven uitbouwen binnen de nieuwe gemeenschap, draagt bij tot de rijkdom van de leefomgeving en is voedend voor de andere woonleefsporen.

Cliëntgedreven werken

De medewerker wordt gedreven door het perspectief van de bewoner en zijn naasten en ziet die als actor van hun leven. Het is bij uitstek emancipatorisch handelen. De zorgverlener neemt niet over, maar gaat als een gids mee op weg, bij grote en kleine aspecten van het leven. Deze attitude sluit aanbodgericht werken uit. Dit is essentieel als het gaat om het eigen leven.

 

Het beleid van de voorziening ondersteunt de kwaliteit van de zorgrelatie. Het geeft voluit ruimte aan de medewerker om de relatie met de bewoner en zijn naasten te verzorgen en in te gaan op wat voor hen van tel is. Dit is slechts mogelijk als de medewerker ervaart dat dit kan en gewaardeerd wordt. Het veronderstelt een lichte systeemwereld. Regels en protocollen kunnen immers fnuikend zijn voor de zorgrelatie.

De voorziening werkt aan competentieontwikkeling op vlak van cliëntgedreven werken en in het bijzonder aan een open communicatie binnen de teams waarin zorgverleners samen in alle kwetsbaarheid kunnen reflecteren op het persoonlijke en het gemeenschappelijke functioneren in het werk met bewoners en familie.

Ook het beleid zelf is cliëntgedreven. Wanneer alle bewoners zo zoveel als mogelijk aanstuurder zijn van hun eigen leven, kan het niet anders dan dat zij ook op een of andere manier invloed hebben op de uitbouw van de dienstverlening. Vanuit elk individueel ‘eigen leven’, met zijn eigenheid, wordt duidelijk waar het systeem te beperkend is en waar gezocht kan worden naar verruiming.

bottom of page