Woonleefwijzer.be
Organisatie-ontwikkeling naar wonen en leven in de woonzorg
Huisgericht werken
De bewoner vertoeft graag in de woonomgeving. De verscheidenheid ervan laat hem toe de tijd betekenisvol in te vullen. De voorziening en zijn medewerkers zorgen letterlijk en figuurlijk voor ruimte voor de dynamiek van de groep. Zo kunnen authentieke en rijke leefomgevingen ontstaan vanuit de eigen inbreng van elkeen.
Het huiselijke leven
Het huislijke leven gaat om de ongeplande tijd, de onvoorziene gebeurtenissen, de niet-georganiseerde activiteit. De woonomgeving is behaaglijk en de bewoner vertoeft er graag. Hij beweegt zich vrij (al dan niet begeleid) tussen zijn eigen persoonlijke kamer en de gemeenschappelijke ruimtes. De ruimte is uitnodigend en hij vindt er plekken, dingen en mensen die hem voeden om zijn dag een zinvolle invulling te geven via het (soms zeer kleine) ongeplande doen én het verwijlend aanwezig zijn. De omgeving is voldoende rijk opdat hij er zijn eigen weg en plek kan vinden en een eigen dagritme kan ontwikkelen. Dankzij het vanuit eigen kracht leven in de voorziening, heeft hij er zelf een verrijkende inbreng. Hij is van betekenis voor de anderen door zijn manier van aanwezig zijn en de eventuele persoonlijke betekenisvolle voorwerpen die hij inbrengt.
Ook zijn bezoekers vinden hun weg en voelen zich vrij om in de gemeenschappelijke ruimtes te vertoeven. De rijke leefomgeving biedt ook hen ankerplekken en voedt hun bezoek. Tegelijk voeden zij de leefomgeving voor andere bewoners.
Huisgericht werken
De medewerkers hebben bijzondere aandacht voor de kleine dingen, het kleine doen en het kleine dienen. Ze zien en nemen kansen, zijn aanwezig, interageren. Hun authentieke aanwezigheid is voedend voor iedereen. Ze grijpen de rijkdom van de omgeving aan om hun contact en hun relatie met de bewoner invulling te geven en om mensen op elkaar te betrekken. Ze zijn niet louter uitvoerder van zorgtaken, maar leven mee in de leefruimte. Zij ervaren dit ook als werken en worden er ook voor gewaardeerd. Soms nemen ze, ongepland, initiatief om met een of meerdere bewoners samen iets te doen.
Het beleid van de voorziening geeft ruimte aan de medewerkers om leven-gevend aanwezig te zijn in de gemeenschappelijke ruimte van de woning, waardeert dit als betekenisvol werk en voedt de competenties hiertoe. De architectuur en de basisinrichting van het gebouw is doorgedacht op het mogelijk maken van dit huislijk leven. Het betekent dat er minimaal voldoende aandacht is voor zintuiglijk comfort, het evenwicht tussen privacy en betrokkenheid op de gemeenschap binnen de woning en een gedifferentieerde inrichting van (deel)ruimtes. In de dynamiek van de groep mensen die er wonen, bezoeken en werken krijgt de omgeving verdere invulling en eigenheid.